Hoe kunt u als bestuurder het best handelen bij het inlopen van een zojuist gereviseerde motor? Uit eigen ervaring blijkt het in de praktijk nogal eens lastig te zijn om daarop antwoord te geven. Vandaar dat we geprobeerd hebben een zo algemeen mogelijke procedure te maken. Per merk kunnen er echter afwijkende adviezen worden gehanteerd.
Er dient een onderscheid gemaakt te worden in drie categorieën, namelijk:
- personenauto benzine- en LPG motoren
- personenauto dieselmotoren
- truck- en industriemotoren
Gedurende de inloopperiode van een motor vermindert de oppervlakteruwheid van de bewerkte onderdelen. Door de hogere ruwheid aan het begin van de inloopperiode kunnen de desbetreffende onderdelen slechts een beperkte hoeveelheid warmte afgeven. Hierdoor moet tijdens de inloopperiode de belasting van de motor beperkt gehouden worden. Het is aan te bevelen een auto op LPG de eerste 2000 kilometer van de inloopperiode op benzine te laten rijden.
Bij het inbouwen van de motor is het raadzaam de volgende punten in acht nemen:
- Olie en oliefilter vervangen volgens fabriekgegevens. Bij het inlopen van motoren is het mogelijk dat een afwijkende olie en een korter verversingsinterval toegepast moeten worden. Vraag eventueel welk type olie gebruikt kan worden en hoelang deze erin moet zitten. Let op viscositeit en hoeveelheid. Het liefst geen synthetische olie vanwege het inlopen van de veren.
- Wanneer u het inlaatspruitstuk moet ombouwen, zorg er dan voor dat deze schoon is. (Vaak zitten er metaaldeeltjes in van de kapotte motor, waardoor de nieuwe ook weer kapot gaat)
- Controleer de radiateur op goede doorstroming/lekkage en warmte-afgifte.
- Overtuig u ervan dat er voldoende olie bij de turbo komt en dat de olie ook weerstandloos weg kan stromen. (denk hierbij aan een geknikte retourleiding o.i.d.)
- Zorg dat alle aanzuigbuizen/slangen en intercooler schoon zijn.
- Controleer na inbouw of de koelventilatormotor aanslaat.
- Turbomotoren:
- Let op (de)montagevoorschriften volgens fabrieksgegevens, aanhaalmomenten etc.
- Controleer na de proefrit het oliepeil
- Controleer na de proefrit de motor op eventuele lekkages
- Motorolie en koelvloeistof op peil houden
Om de belasting te reduceren, dienen de onderstaande adviezen te worden opgevolgd:
- Bij een koude motor hoge toerentallen vermijden
- Bij een koude motor hoge belastingen vermijden
- Langdurige belastingen vermijden
- Lage toerentallen met hoge belasting vermijden
- Bij oudere motoren de choke zo min mogelijk gebruiken
- Motorolie en koelvloeistof op peil houden
Om de bovenstaande adviezen voor de diverse motortypen in de praktijk te brengen, kunnen de onderstaande waarden worden gehanteerd:
- Trap het gaspedaal niet verder dan ¾ in
- Schakel op bij een toerental van maximaal:
- 3.500 t/min voor een personenauto met benzinemotor
- 2.500 t/min voor een personenauto met dieselmotor
- 1.250 t/min voor een vrachtautomotor
- Schakel niet op bij een te laag toerental
- Vermijd het rijden met een lage snelheid in een hoge versnelling
- Laat de motor niet langer dan 5 minuten stationair draaien
Na een inloopperiode van circa 5000 kilometer kan de motor zwaarder belast worden. Het aanhouden van bovengenoemde adviezen na de inloopperiode zorgt voor een langere levensduur van de motor en een lager brandstofverbruik.
Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met onze verkoopafdeling.
De bovenstaande informatie is uitsluitend bedoeld als advies aan onze klanten. Aan de informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Richtlijnen van de fabrikant hebben altijd voorrang.